Vaardigheid: Expresión Escrita

De volgende opdrachten zijn voorbereiding opdrachten voor jullie eind examen Spreken A1/A2 Spaans.

Practica el vocabulario 1

Practica el vocabulario 2

Practica el vocabulario 3

Practica el vocabulario 4

Practica los verbos

Schrijf- Escribe

Jij wil graag een paar dagen met een vriendin in hotel Don  Juan in Granada doorbrengen; echter doet het online reservering systeem van het hotel niet, je schrijft  een e-mail om de kamer te reserveren. Maak gebruik van de woordenschat hieronder en vermeld :

1- wie je bent;

2- dat je de volgende maand naar Granada reist met een vriendin;

3- dat je een tweepersoonskamer met douche wilt reserveren;

4-  van de 15e tot de 20e;

5- op welk uur jullie aankomen, bijvoorbeeld vier uur 's middags;

6- dat je graag een bevestiging ontvangt in je e-mailbox.

Nodige woordenschaat 

Geachte heer/mevrouw                                             Estimados señores

Aankomen                                                                          Llegar

Ontvangen                                                                          Recibir

De bevestiging                                                                   La  confirmación    

Hoogachtend                                                                     Atentamente                                                               


1- Vul in met de juiste  werkwoord en werkwoordsvorm / Rellena con la forma correcta del verbo :


"¡ Hola!      _______________ (SER) Clara.  ___________ (TENER) 18 años.  _________________ (VIVIR)en San Sebastián.   __________________(ESTUDIAR) diseño en la escuela técnica. En mi tiempo libre  __________________( PRACTICAR) el surf". 

2- Schrijf over Clara.

 

3- Vul in met de juiste werkwoord en werkwoordsvorm/Rellena con la forma correcta del verbo:

" ¡ Hola!  _______________ (SER) Carlos, _______________ (SER) de Buenos Aires pero  _________________ (VIVIR) en Valencia con mis padres.  ___________ (TENER) dos hermanos y una hermana, ellos _______________ (SER)  estudiantes. Ellos __________________( PRACTICAR)  en la orquesta Bohemia de la ciudad. Mi hermana_______________ (SER) violinista como yo. 

 4- Schrijf over Carlos

                                 


 

 Escribe/ schrijfopdracht:


Deze schrijfopdracht gaat over het bedenken van een personage. Er wordt gevraagd om een beschrijving van het personage te geven, inclusief informatie zoals de naam, afkomst, woonplaats, leeftijd, werk/studie situatie en wat het personage in haar vrije tijd doet.



TIP: houd per les het woordenschat bij !

B- Lee el texto y contesta a las preguntas en neerlandés. ( Lees deze tekst en antwoord de vragen in het Nederlands)

Una postal de Xavi .

¡ Hola Andrés!:

Estoy en un cámping en la Costa Brava cerca de Platja dÁro. Es un cámping  bonito con muchos servicios: hay dos piscinas, dos pistas de tenis y una zona deportiva para practicar el fútbol y el baloncesto. Tiene un bar-restaurante con una terraza  grande donde por las noches se organizan muchas actividades de música. Esta noche hay un concierto de música rock. El cámping además está muy cerca de la playa, solo a cinco minutos.

Cada día voy a la playa, ¡ la temperatura del agua es fantástica!, practico tenís con mi padre , como helado y por las noches cenamos en el restaurante. En el cámping hay sobre todo muchos franceses, holandeses, alemanes y españoles ¡ claro!.

Mañana tenemos planificada una visita al museo de Dalí en Figueres, dicen que es muy interesante, vamos en autobús, en la Costa Brava no hay trenes porque  hay muchos desniveles y mi padre no tiene ganas de conducir. 

Y tú: ¿ qué haces? 

Saludos;

Xavi

1- Wie schrijft de postkaart?

2- Aan wie?

3- Waar ligt de camping ?

4- Welke plaatst ligt dichtbij?

5- Wat kan je allemaal doen ?

6- Hoeveel zwembaden zijn er ?

7- Wat doet Xavi elke dag?

8- Wat is de planning voor morgen?

9- Gaan ze daar met de auto?

10- Waar is Xavi benieuwd naar?

11-Hoe zeg je groetjes in het Spaans ? 

12- Hoe beschrijft Xavi :

wat betekent "muy" -"muchos" - "muchas" ? 

C- Schrijoefening ; nu jij : waar ga je op vakantie? hoe? ,met wie? ......... Escribe; Ahora tú : ¿ Adónde vas de vacaciones?¿ cómo? ¿ con quién? ...............